Over Broddelen

Broddelen is een veelvoorkomende vloeiendheidsstoornis, maar wordt niet altijd duidelijk herkend. Doordat bij broddelen ook herhalingen van woorden en klanken voorkomen, wordt het vaak verward met stotteren. Er zijn ook mensen die zowel stotteren als broddelen. Voor de therapie is het belangrijk beide elementen goed te onderzoeken en er de behandeling op aan te passen.
Bij stotteren is het meestal de timing van de spieren die niet lekker loopt, bij broddelen is er met de spieren en de timing niet zoveel aan de hand. Het is de planning van spraak- en taalactiviteiten die op een te hoog tempo loopt. Het spreken zelf en het plannen daarvan lopen dan niet in de pas. Hierdoor wordt de verstaanbaarheid of begrijpelijkheid van het vertelde verstoord.

Aanleg
Net als bij stotteren is er bij broddelen vaak sprake van een genetische aanleg. Het komt bij 85 procent van de mensen die broddelen voor dat iemand in de familie ook spraaktaalmoeilijkheden of vloeiendheidsproblemen heeft (gehad). Broddelen kan pas echt vastgesteld worden bij een leeftijd van rond de tien jaar, omdat het spreektempo bij jongere kinderen vaak nog te laag is om invloed te hebben op de verstaanbaarheid. Het is bij jonge kinderen ook lastig om broddelen te onderscheiden van een taalontwikkelingsstoornis. Soms komt het voor dat broddelen pas op een latere leeftijd tot uiting komt.

Kenmerken
Net als stotteren kan broddelen ook in verschillende gradaties voorkomen. Soms heeft iemand enkel een aantal kenmerken van broddelen en ervaart daar in het dagelijks leven nauwelijks hinder van. Hij krijgt uit zijn omgeving frequent te horen “wat zeg je?” of wordt door anderen gewezen op de onduidelijke of snelle manier van praten.

Meestel wordt broddelen gekenmerkt door een hoge spreeksnelheid, veel normale niet-vloeiendheden (herhalen van woorden, zinsdelen en tussenwerpsels als ‘euh’), onjuiste woord- of zinsstructuren en een onjuist gebruik van pauzes. De verstaanbaarheid kan ook beïnvloed worden door het weglaten of verplaatsen van klanken en het in elkaar schuiven van woorden.

Wanneer je broddelt, heb je vaak minder in de gaten dat je onvloeiend of onduidelijk spreekt. Het kan zijn dat je wel merkt dat een ander je niet begrijpt of slecht verstaat, maar het is moeilijk om aan te geven wat er nou precies mis gaat. Als je iemand bent die broddelt kan dit je onzeker maken, je het idee geven dat je een slechte spreker bent of andere negatieve emoties en gedachten bezorgen. Broddelen is wat minder bekend, misschien weet je daardoor niet dat er therapie voor is.

Behandeling

De eerste keer kom je voor een intakegesprek. Daarna zullen we het broddelen in kaart brengen met diverse onderzoeksinstrumenten. Ook maken we onderscheid tussen broddelen en stotteren. De situaties en/of manier van spreken waar jij aan wilt werken is belangrijk het doornemen en afspreken van het behandelplan.

De volgende aspecten kunnen terugkomen in de behandeling:

  • bewustwording van de eigen spraak
  • vertragen van de spreeksnelheid
  • herkennen van woordstructuur en lettergreepuitstempeling
  • formuleren van zinnen en verhalen

We oefenen tijdens de therapie en begeleiden je om de aangepaste manier van spreken ook buiten de therapieruimte in te zetten.