
Waar we voor staan en hoe we naar stottertherapie kijken
Iedereen praat anders. Sommige mensen met een stotter in de spraak en andere mensen zonder. Eigenlijk is dat heel normaal want mensen zijn op heel veel gebieden verschillend. Het hoeft dus geen probleem te zijn. Stotteren kan echter heel vervelend voelen en wel een groot probleem worden. Zeker als het je beperkt in je communicatie, en misschien zelfs wel in het leiden van het leven dat je wilt. Dáár, bij de impact van stotteren, kunnen wij helpen.
Als je ouder dan 7 jaar bent en je denkt helemaal van je stotteren af te kunnen komen met therapie, dan kom je bedrogen uit. Stotteren is iets wat in je zit, het hoort bij je. Net zoals het hebben van zwart haar of blauwe ogen; je kan het wel verbergen door het te kleuren of door lenzen in te doen, maar het verandert er niet door. Het is een gegeven van je lichaam. Vele jaren van wetenschappelijk onderzoek laten zien dat stotteren deels aangeboren is. Ook tonen hersenscans aan dat het deels neurologisch is. Er is daadwerkelijk iets anders in de hersenen van mensen die stotteren. Aan die verschillen kunnen we niks doen en dat hoeft ook niet, het maakt je uniek. Bij ons dus geen claims zoals: ‘Hier kom je van je stotteren af!’[1].
Dat betekent niet dat je maar moet blijven stotteren zoals je nu doet, met de last die je ervan hebt.
In de loop der jaren hebben sommige mensen een heel arsenaal aan trucjes ontwikkeld om maar geen stotters te laten horen. Want van kinds af aan hebben zij waarschijnlijk het gevoel gehad dat ze de stotters beter niet konden laten horen. Bekende voorbeelden van die trucjes zijn: andere woorden gebruiken, een zin hervormen, ‘euh’ invoegen, stotters eruit duwen, niks zeggen en zo zijn er nog tal van voorbeelden. Ook vanuit therapie kunnen er technieken aangeleerd zijn om minder of makkelijker te stotteren, die later een nieuw trucje geworden zijn. Het nadeel van al die trucjes is dat ze vaak niet of maar een korte tijd werken. Daarna kosten ze juist méér energie. We helpen je daarom om langzaam al die trucjes van je af te schudden. Stapje voor stapje, als het ware het afpellen van een ui. Zodat het praten minder energie kost en de last van het stotteren aanzienlijk afneemt.
Wat overblijft zijn je eigen stotters, gewoon zoals ze komen. Zoals ze waarschijnlijk ook ooit begonnen zijn. Geen paniek er omheen, gewoon een hapering in het spreken. En dat je precies zegt wat je wil zeggen, op de manier die bij jou en je spreken past, met de gewenste woorden. Dit klinkt makkelijk, maar het is vaak een spannende weg om te gaan. Daarom helpen we je daar stap voor stap bij. Bij ons kun je alle stotters laten horen, hoe ze ook klinken of eruitzien. We blijven gericht op de inhoud en vinden niks gek. Je angst aangaan is namelijk de enige weg naar verandering. En tijdens die weg kom je verschillende aspecten van je stotteren tegen: gedachten, gevoelens en gewoontes die ontstaan zijn. Die nemen we allemaal mee om te komen waar je wil zijn. Helemaal dicht bij de eigen ik, (redelijk) neutraal over de stotters[2], stevig en met een goede en prettige communicatie. En vooral: plezier in contact met anderen.
En hoe zit dat dan met kinderen jonger dan 7 jaar?
De hersenen van jonge kinderen zijn nog volop in ontwikkeling. Daarom dooft het stotteren bij ongeveer driekwart van de kinderen die zijn gaan stotteren ook weer uit. Soms is daar therapie bij nodig, soms gaat het vanzelf. In onze therapie gaan we met ouders aan de slag om het praten voor het kind zo makkelijk mogelijk te maken. Altijd op een stottervriendelijke manier. Stotteren is namelijk een controleverlies in het spreken; iets waar kinderen niks aan kunnen doen. Het kan traumatiserend werken als zij op jonge leeftijd het idee krijgen dat ze iets fout doen met praten, niet kunnen praten of zelfs: ‘niet goed genoeg zijn’ omdat ze stotteren. Ook zorgt de boodschap dat het stotteren weg zou moeten er voor dat kinderen bewust en onbewust extra hun best gaan doen om niet te stotteren. En hoe meer ze hun best doen, hoe meer het stotteren wordt. Dan komen de trucjes…
Vaak vermindert het stotteren bij jonge kinderen door therapie en meestal verdwijnt het helemaal. We hebben niet volledig in de hand of er een zekere mate van stotteren blijft. Als het stotteren blijft is dat niet erg meer, want zowel ouders als kind weten dan inmiddels dat je heel goed kunt communiceren mét stotteren. Ook hebben ze geleerd hoe zij kunnen zorgen voor een zo stottervriendelijk mogelijke omgeving. Zodat het voor het kind niet nodig is om trucjes te ontwikkelen en het zo vrij mogelijk kan blijven spreken.
Verschillend spreken
Wij vinden dat de wereld mooier is als mensen verschillend spreken; sneller en langzamer, hoger en lager, met een accent of zonder, met weinig of veel woorden, nadenkend of doorratelend, en ja: ook met of zonder stotters. En de één met meer stotters dan de ander. Ieder praat op zijn eigen authentieke manier. Want praten ligt heel dicht bij jezelf, het is bijna je eigen ik.
[1] Er zijn (ook binnen logopedie) programma’s waarbij het doel ‘vloeiendheid’ is. Het is niet zo moeilijk voor iemand die stottert even vloeiend te praten. Langzamer praten werkt in 80 procent van de gevallen. Maar houd dit maar eens een dag vol, laat staan je hele leven. En, belangrijker: hoe klink je nu? Natuurlijk, of als een robot? Voelt het fijn? Ben je jezelf?
Er is ook weinig tot geen wetenschappelijk bewijs (ook al is het al heel vaak onderzocht) waaruit blijkt dat een dergelijk programma op langere termijn tot vloeiende spraak leidt. Laat staan dat mensen écht tevreden zijn over de uitkomst. Tenslotte kan je je ook nog afvragen wat ‘vloeiendheid’ betekent. Niemand spreekt namelijk ‘vloeiend’. In zekere zin is het dus een onhaalbaar schoonheidsideaal.
[2] Sommige mensen zijn er trots op dat ze stotteren, zij maken deel uit van de Stuttering Pride beweging. Dit is geen doel van therapie, maar als dat jou helpt staan we daar helemaal achter.