Sinterklaas is een leuke en spannende tijd voor veel kinderen. Zo ook voor kinderen die stotteren. Emoties (positieve én negatieve) zorgen bij kinderen vaak dat ze meer gaan stotteren.

De Sinterklaastijd is spannend. Het kind krijgt kado’s, pieten komen het huis in, er gaat van alles mis in het Sinterklaasjournaal (komt het wel goed?!) en er zijn vaak meerdere vieringen. Stottertherapeuten zien bij de meeste kinderen die ze in behandeling hebben (flink) meer stotteren. Als ouder wil je je kind graag helpen. Hieronder staan een paar tips. Pik de tips eruit die het best bij jouw kind passen.

Tips

1. Voorspelbaarheid

Sinterklaas heeft de nodige geheimzinnigheid. Het kind weet niet zo goed wat het kan verwachten. Probeer een deel van de onzekerheid weg te nemen. Ze voelen zich dan veiliger en zo neem je spanning weg. Vertel van te voren wat er bij de intocht gebeurt en wat jullie doen. Leg uit dat er muziek is, dansende pieten en pepernoten.

2. Aftellen

Maak met je kind een aftelkalender waar hij elke ochtend of avond een dag kan afkruisen (of een sticker op kan plakken). Zet op die kalender alle activiteiten die er rond Sinterklaas zijn, zoals de intocht, pakjesavond, viering op school en schoen zetten. Een kind heeft geen gevoel bij een tijdsperiode zoals volwassenen dit hebben. Met een uitspraak als “over 10 nachtjes is het pakjesavond”, kunnen ze niet zoveel. Het maakt het alleen maar spannender. Met een aftelkalender maak je het wat minder spannend. Tegelijk ben je discussie voor over wel of geen schoen zetten vanavond. Dat staat namelijk op de kalender.

Echter, voor sommige kinderen is aftellen naar grote evenementen juist spannender. Tegelijk hebben ze de kalender nodig voor overzicht en structuur. Een tussenvorm is dan dat je wél van te voren een kalender maakt, maar de grote belangrijke evenementen pas kort van te voren (bijvoorbeeld de ochtend voordat het plaatsvindt) op de kalender zet.

3. Klein

Het kind hoeft niet èn thuis èn op papa’s werk èn op mama’s werk èn op school èn bij opa en oma èn bij de (voetbal)vereniging een pakjesavond te hebben. Maak keuzes. Zet ook niet te vaak een schoen en doe er kleine kado’s in. Doe zelf ook zo neutraal mogelijk over Sinterklaas. Als je vaak zegt: “spannend he?”, dan wordt het vanzelf (te) spannend voor je kind.

Je kan ervoor kiezen de tijd tussen schoen zetten en het kadootje krijgen kort te houden. Niet een hele (slapeloze) nacht. Bijvoorbeeld dat je kind zijn schoen zet voordat jullie boodschappen gaan doen en er bij terugkomst een kado in zit.

4. Angsten wegnemen door te luisteren

Merk je spanning? Praat er met je kind over om er zo achter te komen wat hij spannend vindt. Vervolgens kan je de angsten wegnemen. Wil hij niet op schoot bij de Sint of een hand geven? Dan spreek je af dat dat niet hoeft en jij daarvoor zorgt dat het niet gebeurt. Je kan (ook) afspreken dat jullie een plekje achterin zoeken bij een Sinterklaasviering.

5. Geen boeman

Sinterklaas is geen boeman. Hij neemt geen kinderen mee naar Spanje. Gebruik Sinterklaas niet om het gedrag van het kind te veranderen; dreig er niet mee. Ook krijgt je kind gewoon een kado als hij zijn schoen (op de afgesproken dagen, zie 1) zet. Door de spanning of hij wel een kado krijgt zou hij een nacht niet kunnen slapen. En als er geen kado is, kan je kind zich afgewezen voelen.

6. Intocht
Er is in het Sinterklaasjournaal altijd een verhaallijn dat de kans bestaat dat Sinterklaas helemaal niet aankomt. De brug kan niet open, de kade is ingestort, het water staat te laag, enzovoort. Sommige kinderen kunnen er niet van slapen. Het is oké om te vertellen dat dat verzonnen is voor de TV. Kinderen snappen dat, het doet niets af aan het verhaal/de gebeurtenis: Sinterklaas. Het is al spannend genoeg dat hij überhaupt komt.

7. Lastig gedrag

Kinderen kunnen ‘lastig’ worden. Vaak komt dit voort uit de spanning. Kinderen worden zenuwachtig, maar anders dan volwassenen begrijpen ze niet wat er met hen gebeurt. Ze uiten het (automatisch) in hun gedrag. Zeggen: “doe eens niet zo lastig”, werkt niet. Het kind weet immers niet wat het dan wél moet doen. Heb er begrip voor en probeer erachter te komen wat er aan de hand is. Praat met je kind en neem spanning weg. Je kan bijvoorbeeld samen Sinterklaas prentenboeken bekijken en zo het één en ander uitleggen.

8. Gedichten voorlezen

Voorlezen van gedichten kan verschrikkelijk zijn voor een kind dat stottert. Het kan de hele Sinterklaasavond verpesten omdat hij alleen maar moet denken wanneer hij ‘aan de beurt is’. Heb het erover met je kind, vraag of het iets is waar hij tegenaan hikt. Als dat zo is probeer samen een oplossing te vinden. Bijvoorbeeld dat een ouder het gedicht voorleest, of dat je het samen doet. Overigens, als voorlezen een dergelijk probleem is, is stottertherapie doorgaans aan te raden. Dan kan de volgende Sinterklaas weer leuk zijn.

9. Stotteren

Met bovenstaande tips is het stotteren niet ineens weg. Loop je nog niet bij een stottertherapeut en vraag je je af of het misschien handig is? Vul de SLS eens in. De laatste jaren is duidelijk geworden dat je niet te lang af moet wachten. Ouders horen vaan “het gaat wel over, dat hebben veel kinderen”. Recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat je juist niet te lang moet wachten. Hoe langer er stotteren is, hoe kleiner de kans dat het nog weggaat. Contact opnemen met een logopedist-stottertherapeut en ‘even vragen’, kan altijd. Hier vind je de stottertherapeuten bij jou in de buurt.